Instellingen verbinding
Toegangspunten
Hier volgt een korte beschrijving van de diverse instellingen die u kunt opgeven voor
dataverbindingen en toegangspunten. Als u met uw telefoon niet eerder een WAP-
verbinding hebt gemaakt, moet u mogelijk contact opnemen met de netwerkoperator
voor hulp bij de eerste verbinding of naar www.nokia.com/phonesettings gaan.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Allerlei
74
Bij veel netwerkoperatoren moet u een Internet-toegangspunt gebruiken als
standaardtoegangspunt. Bij andere netwerkoperatoren kunt u een WAP-toegangspunt
gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met de aanbieder van de dienst.
Begin bovenaan bij het invullen van de instellingen, want het hangt af van de
dataverbinding die u selecteert (
Drager gegevens
) welke instellingsvelden beschikbaar zijn.
•
Naam verbinding
- een beschrijvende naam voor de verbinding.
•
Drager gegevens
- U kunt kiezen voor
GPRS
of
Gegevensoproep
. Afhankelijk van de
geselecteerde dataverbinding zijn alleen bepaalde velden beschikbaar. Vul alle velden
in die zijn voorzien van een sterretje of de aanduiding
Te definiëren
. De overige
velden hoeft u alleen in te vullen als uw aanbieder dat aangeeft.
Als u een dataverbinding wilt gebruiken, moet de netwerkoperator of de aanbieder van
de dienst deze functie ondersteunen en deze zo nodig activeren op uw SIM-kaart.
•
Naam toegangspunt
(alleen voor GPRS) - deze naam is nodig om verbinding met het
GPRS-netwerk te kunnen maken. De naam van het toegangspunt wordt u verstrekt
door de netwerkoperator of aanbieder.
•
Inbelnummer
(alleen voor gegevensoproepen) - het telefoonnummer van de modem
van het toegangspunt.
•
Gebruikersnaam
- bij sommige aanbieders moet u een gebruikersnaam opgeven. Deze
kan nodig zijn bij het maken van een dataverbinding en wordt doorgaans door de
aanbieder verstrekt. De gebruikersnaam is vaak hoofdlettergevoelig.
•
Vraag om wachtw.
- als u bij aanmelding op de server telkens een nieuw wachtwoord
moet typen of als u het wachtwoord niet op de telefoon wilt opslaan, kiest u
Ja
.
•
Wachtwoord
- een wachtwoord kan nodig zijn bij het maken van een dataverbinding
en wordt doorgaans door de aanbieder verstrekt. Wachtwoorden zijn vaak
hoofdlettergevoelig. Terwijl u het wachtwoord typt, worden de tekens kort leesbaar
en vervolgens als sterretjes (*) weergegeven. De eenvoudigste manier om cijfers in te
voeren is om het gewenste cijfer in te drukken en ingedrukt te houden. Vervolgens
kunt u doorgaan met het invoeren van letters.
•
Verificatie
-
Normaal
/
Beveiligd
.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Allerlei
75
•
Homepage
- afhankelijk van de configuratie typt u hier:
• het adres van de dienst of
• het adres van de multimediaberichtendienst.
•
Data-oproep
(alleen voor gegevensoproepen) -
Analoog
,
ISDN v.110
of
ISDN v.120
geeft
aan of er een analoge of digitale telefoonverbinding wordt gebruikt. Welke instelling
u hier opgeeft, hangt af van uw GSM-netwerkoperator en Internet-aanbieder (ISP);
sommige GSM-netwerken ondersteunen alleen bepaalde typen ISDN-verbindingen.
Raadpleeg uw Internet-aanbieder voor meer informatie. Via ISDN kunt u sneller
verbindingen tot stand brengen dan via analoge lijnen.
•
Max. snelheid gegev.
(alleen voor gegevensoproepen) - de opties zijn 9600 of 14400,
afhankelijk van de gekozen optie bij
Data-oproep
. Met deze optie kunt u de maximale
verbindingssnelheid voor GSM-data beperken. Bij hogere gegevenssnelheden kunnen
andere tarieven gelden, afhankelijk van de Internet-aanbieder.
De genoemde verbindingssnelheden zijn de maximaal haalbare snelheden. De werkelijke
verbindingssnelheid kan lager liggen, afhankelijk van omstandigheden op het netwerk.
Opties
→ Geavanceerde instellingen
•
IP-adres telefoon
- het IP-adres van uw telefoon.
•
Primaire naamserver
- het IP-adres van de primaire DNS-server.
•
Secund. naamserver
- het IP-adres van de secundaire DNS-server.
•
Proxy-serveradres
- het IP-adres van de proxyserver.
•
Proxy-poortnummer
- het poortnummer van de proxyserver.
Neem contact op met uw Internet-serviceprovider als u deze instellingen moet invoeren.
De volgende instellingen worden weergegeven als u Data-oproep hebt ingesteld als
verbindingstype:
•
Terugbellen gebruik.
- deze optie zorgt ervoor dat de server u terugbelt na de eerste
oproep. Neem contact op met uw aanbieder als u zich op deze dienst wilt abonneren
voor de terugbeloproep moeten dezelfde instellingen worden gebruikt als voor het
terugbelverzoek. Het netwerk moet dit type oproep in beide richtingen ondersteunen,
zowel naar als van de telefoon.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Allerlei
76
•
Terugbellen
- beschikbare opties zijn
Gebruik servernr.
/
Gebruik ander nr.
. Informeer bij
de aanbieder van de dienst naar de juiste instelling. Deze hangt af van de configuratie
van de dienst.
•
Terugbelnummer
- Typ het telefoonnummer dat de terugbelserver moet bellen. Dit is
doorgaans het telefoonnummer voor dataoproepen van uw telefoon.
•
Gbrk PPP-compressie
- als u
Ja
kiest, wordt de gegevensoverdracht versneld (als dit
wordt ondersteund door de remote PPP-server). Als u problemen ondervindt bij het
maken van verbinding, kiest u hier
Nee
. Neem contact op met de aanbieder van de
dienst voor advies.
•
Login-script gebruik.
- beschikbare opties zijn
Ja
/
Nee
.
•
Login-script
- voeg hier het login-script in.
•
Initialisatie modem
(tekenreeks voor modeminitialisatie) - eventuele AT-opdrachten
voor modembesturing. Geef zo nodig de tekens op die de operator van het GSM-
netwerk of de Internet-aanbieder aangeven.
GPRS
Ga naar
Instellingen
→
Verbinding
→
GPRS
.
De GPRS-instellingen gelden voor alle toegangspunten waarvoor een
pakketdataverbinding wordt gebruikt.
GPRS-verbinding
- als u
Autom. bij signaal
kiest en het netwerk pakketdata ondersteunt,
wordt de telefoon automatisch bij het GPRS-netwerk aangemeld en worden SMS-
berichten verstuurd via GPRS. Ook het starten van een actieve pakketdataverbinding
verloopt sneller, bijvoorbeeld voor het versturen en ontvangen van e-mail. Als u
Wanneer
nodig
kiest, wordt GPRS alleen gebruikt als u een toepassing of bewerking start waarvoor
een pakketdataverbinding nodig is. De GPRS-verbinding kan worden verbroken wanneer
deze niet meer door een toepassing wordt gebruikt.
Als er geen GPRS-dekking is en u
Autom. bij signaal
hebt gekozen, wordt regelmatig
geprobeerd een pakketdataverbinding tot stand te brengen.
Toegangspunt
- u moet de naam van het toegangspunt invullen als u de telefoon wilt
gebruiken als pakketdatamodem voor de computer.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Allerlei
77
Data-oproep
Ga naar
Instellingen
→
Verbinding
→
Data-oproep
.
De instellingen voor
Data-oproep
gelden voor alle toegangspunten waarvoor een GSM-
dataoproep wordt gebruikt.
Tijd online
- als de verbinding een tijd niet wordt gebruikt, wordt de dataoproep
automatisch beëindigd. Beschikbare opties zijn
Door gebr. gedef.
(u kunt zelf een time-
outperiode opgeven) en
Onbeperkt
.