Bluetooth-verbinding
Ga naar
Menu
→
Connectiviteit
→
Bluetooth
.
Dit apparaat voldoet aan Bluetooth Specification 1.1 en ondersteunt de volgende
profielen: DUN (Dial-up networking profile) als gateway, OPP (Object push profile) als
client en server, FTP (File transfer profile) als server, HFP (Hands-free profile) als
audiogateway, GOEP (Generic object exchange profile), GAP (Generic access profile) en
SPP (Serial port profile) met de PC-verbindingssoftware. Gebruik door Nokia
goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met
andere apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten
van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie.
Raadpleeg de lokale autoriteiten of serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie of als dergelijke functies op de
achtergrond worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit extra
batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
De Bluetooth-technologie maakt draadloze verbindingen tussen elektronische apparaten
mogelijk binnen een straal van ca. 10 meter. Via een Bluetooth-verbinding kunt u
afbeeldingen, video’s, tekst, visitekaartjes of agendanotities versturen of draadloos
verbinding maken met compatibele apparaten die gebruik maken van de Bluetooth-
technologie, zoals computers.
Aangezien apparaten die gebruik maken van de Bluetooth-technologie communiceren
via radiogolven, hoeft er geen ‘direct zicht’ te bestaan tussen de telefoon en het andere
Bluetooth-apparaat. De twee apparaten mogen maximaal 10 meter van elkaar verwijderd
zijn, hoewel de verbinding wel hinder kan ondervinden van obstakels zoals muren of
andere elektronische apparaten.
Figuur 22 Bluetooth
gebruiken.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Connectiviteit
122
Wanneer u Bluetooth voor het eerst activeert, wordt u gevraagd een Bluetooth-naam
voor de telefoon op te geven.